Troostrijke regels uit liederen

Voorafgaand aan de muzikale studiedag VIERkamp op 19 juli 2023 vroegen we de deelnemers om een troostrijke regel uit een lied te noemen, die snel bij hen opkomt. Aanleiding hiervoor was het thema van de dag: troost.

Welke troost kunnen de oude liedteksten van Martin Luther en zijn tijdgenoten ons nog bieden? Helpen nieuwe vertalingen ons het erfgoed te blijven verstaan? Of zijn het vooral latere grote dichters zoals Willem Barnard en Huub Oosterhuis waaraan wij geliefde en troostrijke zinnen ontlenen?

Nederlandse lieddichters

Bijna alle (ruim) 100 deelnemers hebben de vraag ‘Welke troostrijke regel uit een kerklied komt het eerst bij je op’ op het registratieformulier beantwoord. En van Winterswijk tot Schagen, van Voorschoten tot Ruinerwold, van Doetinchem tot Leiden: overal worden woorden van Huub Oosterhuis, Sytze de Vries en Willem Barnard genoemd.

De vraag werd gesteld naar een troostrijke regel uit een lied; ‘Het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht’ uit ‘Zolang wij ademhalen’ (LB 657:2) van Sytze de Vries wordt dan het vaakst genoemd.

Eveneens meerdere malen wordt een regel uit het lied van Willem Barnard, ‘De aarde is vervuld’ (LB 650) genoemd. Het betreft dan zowel de regel ‘Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen’ als ‘Omdat zij niet vergeet wie godvergeten zijn’. Dit laatste is trouwens verkeerd geciteerd, want Barnard schrijft over wie godverlaten zijn.

Dat de deelnemers niet helemaal precies citeren komt vaker voor. Eén regel uit het lied ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’ van Huub Oosterhuis wordt vaak (verkeerd) geciteerd. Soms zingt de indiener het een ander toe en wordt het ‘zoals een mantel om je heen geslagen’. Iemand anders wenst het iedereen toe en schrijft ‘zoals een mantel om ons heen geslagen’. Ook de oorspronkelijke, persoonlijke variant ‘zoals een mantel om me (mij) heen geslagen’ wordt aangedragen. 

Liedteksten van Huub Oosterhuis worden verreweg het vaakst genoemd; 16 deelnemers noemen een beginregel of tekstfragment, afkomstig uit elf verschillende liederen. Opvallend is dat de drie liedteksten die alle op dezelfde melodie van Bernard Huijbers worden gezongen, het vaakst genoemd worden. Hierboven kwam ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’ al ter sprake, maar ‘De Heer heeft mij gezien en onverwacht’ en ‘Hij die gesproken heeft een woord dat gáát’ liggen onze deelnemers na aan het hart.

Het door Gert Landman vertaalde lied ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’ (LB 416) wordt genoemd door vijf deelnemers, meestal met de beginregel, maar ook met de zinsnede ‘in de dood je leven sparen’. De dichter Andries Govaart wordt meerdere keren geciteerd, maar steeds met een verschillende liedtekst.

Oudere lieddichters

Hoewel de meeste deelnemers dus een 20e– of 21e-eeuwse liedtekst noemen, worden ook liedteksten van oudere lieddichters graag gelezen of gezongen. Henriëtte Roland Holst schreef:

Dit ene weten wij en aan dit één
houden wij ons vast in de duistere uren:
er is een woord, dat eeuwiglijk zal duren,
en wie ’t verstaat, die is niet meer alleen.

Sinds het van een melodie is voorzien door Mariëtte Harinck en gepubliceerd in Zangen voor Zoeken en Zien (nr. 210) is het aan de vergetelheid ontrukt! In het Liedboek 2013 is slechts de tekst gepubliceerd.

Jacqueline van der Waals ontbreekt ook niet bij de reacties. Haar ‘Wat de toekomst brengen moge’ en ‘Vaste rots van mijn behoud’ bieden enkele deelnemers nog steeds troost.

Psalmen

Jan Jacob Lodewijk ten Kate is de berijmer van Psalm 23. ‘De Heer is mijn herder’ (LB 23b) wordt nog steeds graag gezongen. Ook de berijming van Joost van den Vondel van deze geliefde psalm wordt genoemd: ‘D’Almachtige is mijn Herder en geleide’ (LB 23a).

De keuze uit de psalmen kent veel varianten: berijmd, onberijmd, ‘oude’ berijming of hertaling. Psalm 4:3 ‘Ik kan gaan slapen zonder zorgen’ in de berijming van Muus Jacobse en Psalm 25 in de vertaling van Huub Oosterhuis ‘Houd mij in leven, wees gij mijn redding’ (LB 25b) worden genoemd. De priester Jan Duin hertaalde Psalm 91 ‘Wie in de schaduw Gods mag wonen’ (LB 91a); sommigen noemen de beginregel, anderen citeren ‘geen bange nacht zal je doen beven, geen ziekte waar een mens van breekt’. En de mus die een huis vindt uit Psalm 84 wordt aangedragen, evenals ‘Maar de Heer zal uitkomst geven’ uit Psalm 42, die van ’t hijgend hert.

Iemand draagt enkele strofen aan uit Psalm 103:13-17, in de vierstemmige chant van Christiaan Winter (Heel mijn ziel). Pelgrimspsalm Psalm 121 ontbreekt niet. En de hierboven al genoemde liedtekst van Willem Barnard ‘De aarde is vervuld’, ontleend aan Psalm 33:5, past in deze samenvatting.

Geen kerklied

Zoals het hoort bij het beantwoorden van een dergelijke persoonlijke vraag, kiezen deelnemers ook voor teksten van religieuze of spirituele aard die niet tot het kerkliedrepertoire behoren. ‘Selig sind die Toten die in den Herren sterben’ uit ‘Ein deutsches Requiem’ van Johannes Brahms wordt genoemd, naast ‘There is a crack in everything, that’s how the light gets in’ van Leonard Cohen. Marijke de Bruijne schreef het oratorium ‘Als de graankorrel sterft’; enkele deelnemers citeren daaruit troostrijke teksten.

Troost vinden bij tegenslag. Wat een geluk dat we elkaar op die momenten woorden als hierboven geciteerd mogen toezingen. Dat de Eeuwige ons mag behoeden op onze levensweg.

Deel dit artikel via:

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email

Auteur: Ellen van der Sar (1963) is bestuurder en manager in de kunst- en cultuursector. Zij werkt mee aan de Kerkliedwiki. Daarnaast is zij redactiesecretaris van ‘Heilig spel’.

Dit artikel is ook te vinden op de Kerkliedwiki, maar dan met de rechtstreekse links naar de genoemde liederen.

 

Nieuwsbrief

Wil je niets missen van tips of nieuwe activiteiten? Abonneer je dan gratis op onze nieuwsbrief.

Bijbellezingen en liederen

Meer overzichten van lezingen en liederen.

Agenda

Zoek je naar activiteiten rond kerkmuziek en liturgie? Hier ben je welkom om mee te doen.

Recente berichten

Bekijk meer berichten.